Meditatie: Palmpasen, intocht in Jeruzalem; Lucas 19:29-40
Deze meditatie gaat over Palmpasen ook wel Palmzondag of Passiezondag genoemd. Palmpasen is de laatste zondag in de Veertigdagentijd en de laatste zondag voor Pasen, waarop de intocht van de Here Jezus in Jeruzalem wordt gevierd, dus volgende week zondag.
Ik lees u over die geschiedenis enkele verzen uit Lukas 19 : 29-40
Jezus en zijn leerlingen kwamen in de buurt van de dorpen bij de Olijfberg. Daar stuurde Jezus twee leerlingen vooruit. Hij zei tegen hen: ‘Ga naar dat dorp en daar zullen jullie een jonge ezel zien, die vastgebonden staat. Er heeft nog nooit iemand op gereden. Maak hem los en breng hem hier. En als iemand vraagt: ‘Wat doen jullie daar?’ dan moet je zeggen: ‘De Here heeft deze ezel nodig.’’
De twee leerlingen gingen naar het dorp. Daar gebeurde alles precies zoals Jezus gezegd had. Toen de leerlingen de ezel losmaakten, vroeg de eigenaar: ‘Wat doen jullie daar?’ De leerlingen zeiden: ‘De Here heeft deze ezel nodig.’
De leerlingen brachten de ezel bij Jezus. Ze legden hun jassen op de rug van de ezel, en lieten Jezus erop zitten. Andere leerlingen legden hun jas op de weg. Zo ging Jezus naar Jeruzalem. Toen Hij van de Olijfberg begon af te dalen, werden al zijn leerlingen blij. Ze dankten God voor alle wonderen die ze gezien hadden. Ze juichten en riepen: Gezegend is de Koning, Die daar komt in de Naam van de HERE. Vrede in de hemel en alle eer aan God!’
Tussen de mensen stonden ook een paar farizeeën. Zij zeiden tegen Jezus: ‘Meester, berisp uw leerlingen dat ze stil moeten zijn!’ Maar Jezus antwoordde: ‘Luister naar mijn woorden: Als mijn leerlingen stil zouden zijn, dan zouden de sténen gaan juichen en roepen!’
Dit blijft altijd een bijzonder verhaal. Stel je fiets staat in de tuin en er komt iemand de tuin in die aan die fiets gaat staan te morrelen. Als je dat ziet, dan ren je toch naar buiten om je bezit veilig te stellen? En je roept: ‘Hé daar – wat moet jij met mijn fiets!?’.
’Nou’, zegt die knul bij die fiets: ‘die meneer een straat verderop wil hem gebruiken’…
‘Die meneer een straat verderop?’ ‘Wie is dat? Wie denkt hij wel dat hij is?!’
Nu, die vraagt lokt Jezus uit op Palmpasen: wie is Hij? wie denkt Hij wel dat Hij is?
Hij wil dat 2 discipelen zonder iets te vragen een veulen, een jonge ezel losmaken. En als de eigenaar dan naar buiten komt en roept: ‘hé, hé, wat moet jij met mijn ezel’ – moeten ze zeggen: “De Here heeft ‘m nodig”.
Eigenlijk vreemd. De Here Jezus doet net of alles van Hem is. Maar dat klopt toch? Want op die manier laat Hij zien dat Hij Koning is. Ook door een ezel te kiezen waar nog nooit iemand op gezeten heeft. Want een koning rijdt niet op een tweedehands ezel…
Jezus komt als de koning van God niet op een paard maar Hij komt op een ezel. Een koning op een paard komt om te vechten, maar een koning op een ezel komt om vrede te brengen. Dat gezegde kenden de mensen wel uit de boeken van God. Dat kun je bijv. lezen in de boeken van de profeten Jesaja en Zacharia (Zacharia 9:9): “Juich, Sion, Jeruzalem, schreeuw het uit van vreugde! Je koning is in aantocht, bekleed met gerechtigheid en zege. Nederig komt hij aanrijden op een ezel, op een hengstveulen, het jong van een ezelin” .
Daar komt de Koning van de vrede. Wees blij – zegt Hij. En blij zijn ze. Als de mensen voor zich zien wat al was aangekondigd, barst er een volksfeest los. De groep pelgrims die met Jezus op weg is naar Jeruzalem danst en zingt. Ze zijn op weg naar het feest van God. Ze hebben de mooiste kleren aangetrokken. Maar ze trekken die feestmantels uit en leggen die op de ezel. En Jezus gaat op die kleren zitten. Hij is de Koning. Ja, Hij de Koning met vrede.
Ze zingen over vrede. Ze gebruiken woorden die eerst engelen gezongen hadden. U kent dat lied van de engelen wel van Kerst. Toen Jezus op aarde kwam, stond er opeens een machtig grote groep engelen die luid zongen: ‘Eer aan God. Vrede op aarde. In mensen een welbehagen’ .
Engelen zingen over vrede op aarde, maar vrede voor mensen? En die mensen gaan nu zingen als de vrede op het punt staat door te breken. Jezus gaat Jeruzalem in. Het wordt de stad van Zijn sterven. Zijn dood aan het kruis gaat vrede brengen. Het wordt weer goed met God. De hemel gaat a.h.w. open. En daar gaat het lied van die mensen ook over. Ze zingen: ‘Gezegend Hij die komt als koning, in de naam van de HERE!
Vrede – op aarde…?? Nee, ‘vrede op aarde’, dat zongen de engelen met Kerst. Maar nu zingen ze een vervolg – vrede in de hemel en eer aan de Allerhoogste!”.
Ze zingen: “vrede in de hemel”. Dáár komt de vrede vandaan. God stuurde uit de hemel deze Koning die vrede brengt. Hij gaat er voor aan het kruis. Zo komt er via Jezus vrede tussen hemel en aarde.
Zingend komen de pelgrims naar de stad. Het werkt aanstekelijk. Dat weten we uit een ander verslag in de bijbel. Als ze vanuit Jeruzalem de stoet de berg af zien komen – vertelt Johannes in zijn evangelie – pakken ze palmtakken en gaan zingend de stad uit, Hem tegemoet. Ze hadden gehoord dat Hij tot geweldige dingen in staat was. Hij had Zijn vriend uit het graf gehaald. Dat was pas gebeurd. Wie wil niet zo’n Koning?
Wie zou niet blij zijn? Wie zou niet meezingen? Wie blijft aan de kant staan als Jezus vrede brengt?
U? Jij?
Die mensen zijn er. Die waren er toen al. Ze zeggen tegen Jezus: ‘Zeg tegen die mensen van jou dat ze ophouden met dat zingen”. Maar Jezus geeft daarop een heel bijzonder antwoord: ‘Ik zeg u: als zij zouden zwijgen, dan zouden de stenen het uitschreeuwen.’
Die harde keien zullen schreeuwen van schrik. Die stenen zullen gillen – als er zoveel onverschilligheid is. Dan laat je het mooiste wat er is, liggen. Dan sla je het feest met God af. Dan sla je Gods liefde af.
Wie is zo ongevoelig voor Gods uitnodiging?
Kom en voel de liefde van God bij Jezus. Hij is de Koning van de vrede.
Vrede – ook voor u. Vrede – ook voor jou.
Amen.