Meditatie Psalm 150
Hierbij de meditatie die is gehouden op de radio, klik hier voor meer info
Deze meditatie gaat over Psalm 150 Loven als levensdoel
Eerst audio gedeelte daarna de uitgetypte tekst:
Beste luisteraars,
boven deze meditatie heb ik staan: LOVEN ALS LEVENSDOEL
Ik lees met u Psalm 150
Halleluja! Loof God in zijn heilige woning, loof hem in zijn machtig gewelf, loof hem om zijn krachtige daden, loof hem om zijn oneindige grootheid. Loof hem met hoorngeschal, loof hem met harp en lier, loof hem met dans en tamboerijn, loof hem met snaren en fluit. Loof hem met klinkende bekkens, loof hem met slaande cimbalen. Alles wat adem heeft, loof de HERE. Halleluja!
Beste luisteraar
Misschien vinden velen het wel niet meer van deze tijd om een psalm te zingen, laat staan daar een meditatie over te houden. Maar het is de Here Jezus zelf die ons in de Bijbel voorhoudt dat de psalmen over Hem gaan. Van Hem getuigen!! Ik noem als voorbeeld een citaat uit Lucas 24, waar de Here Jezus zelf zegt kort voor zijn Hemelvaart: ‘omdat vervuld moest worden wat over Mij geschreven staat in de Wet, in de Profeten en in de Psalmen’. En even verder in Joh. 5 zegt de Here Jezus: ‘De Schriften getuigen van mij’. Dus dan is er alle reden om psalmen te blijven zingen en kunnen we er hier ook over nadenken.
Als we ons als christenen de vraag stellen waar het eigenlijk om moet gaan in ons leven, dan moet het gaan om het eren en loven van de HERE als onze God. Daarbij speelt de lofzang altijd een belangrijke rol. Door die lofzang brengen wij God de eer. Hij verdient die eer toch ook? Onze aanbidding en onze toewijding, onze schuldbelijdenis en onze lofprijzing.
En God hoort die lofzang graag. Daarom had Hij Israël – voor dat doel – een aantal liederen gegeven in het boek van de Psalmen. Er zijn heel wat mensen, die – in allerlei situaties – als eerste naar de psalmen grijpen. Want, die zijn levensecht. Daarin kijk je de gelovigen in het hart, in alles wat hen treffen kan: in hun alledaagse leven, maar ook in hun leven met God. En aan hun spiegel mag je jezelf dan optrekken als je lijden meemaakt of onrecht ervaart. Dat kom je ook in de psalmen tegen. Hier ontmoet je dankbare gelovigen, maar ook zoekende pelgrims. Hier vind je wijsheid voor het leven en waarschuwingen voor het sterven. Hier wordt Gods grote trouw bezongen alsook de hoop die Gods kinderen mogen hebben.
En zo wordt in het Psalmboek ons eigen leven in al z’n facetten bezongen: hoogte- en dieptepunten, vreugde en verdriet, zekerheid en twijfel. En als je zelf geen woorden meer weet om te klagen of te danken, dan mag je zomaar instemmen met al die woorden van de dichters.
Aan het einde van deze veelkleurige liederenbundel, het Psalmboek, klinkt – na álles wat bezongen is – het slotakkoord, psalm 150: de finale zou je zeggen! Hoe vatten we al die levensliederen dan samen? Of persoonlijker: hoe vatten we ons leven samen? Waar draait het nu eigenlijk om? En waar draait het nu op uit?
Misschien schuiven we zulke vragen wel aan de kant. Maar Psalm 150 geeft hier antwoord. Als de psalmdichter zijn Levensboek moet samenvatten, dan zegt hij: ‘Weet je waar het op aankomt? Alles wat adem heeft, love de HERE!’
Sommigen vinden deze 150e psalm maar oppervlakkig omdat de psalm alleen wat muzikale lof ter sprake brengt. Maar moeten we deze psalm juist niet zien zoals eerder aangegeven: als de finale, waar ons hele levenslied op uit moet lopen? Als de grondtoon, die ons hele leven stemmen wil…?
Wat heeft het dan een grote diepgang, als hier de lofprijzing als ons levensdoel wordt aangewezen. Want, laten we eerlijk zijn: wat is dat vaak moeilijk, om terugkijkend op ons leven te zeggen: Lof zij de Heer! Toch wordt dat gevraagd. Van WIE wordt dat gevraagd?
Van iedereen! Laat álles wat adem heeft de HERE loven. En dat geldt voor ons allemaal, met onze blijdschap, maar ook met zorgen en verdriet. Denk maar aan Job, wanneer hij terugkijkt op zijn moeilijkheden en zegt: ‘de Here heeft gegeven, de Here heeft genomen, maar: de Naam van de HERE zij geloofd!’ (Job. 1:21)
Hoe je leven ook loopt, het moet uitlopen op de lof van God. Zingen dat is instemmen met God. Daarvoor heeft Hij ons geschapen. Ons leven komt pas tot zijn doel als we onze Schepper loven! Psalm 150 is dus niet zomaar een loflied, maar vooral een aansporing tot een loflied. De psalm roept ons op: ‘Zing! Want de lof van de HERE moet bezongen worden!’
Eigenlijk is dat best beschamend, dat dat gezegd moet worden. Blijkbaar hebben wij zulke aansporingen nodig. Blijkbaar zíjn wij vanuit onszelf niet zulke lofzangers…! Nee. Als het moeilijk met ons gaat, zijn wij eerder geneigd om te gaan klagen. Over alles wat ons ontbreekt – en wat God ons níet geschonken heeft. En als het voorspoedig met ons gaat, roemen wij liever in onszelf, in alles wat wíj presteerden. Maar zo onthouden wij God Zijn eer en verdwijnt Jezus uit ons leven.
Maar het omgekeerde vindt juist plaats als de Here Jezus in je leven komt, als Hij je vervult met Zijn liefde, waarmee Hij Zich opofferde aan het kruis, als Hij je verlost van al je ik-gerichte zonden. Dan opent Hij je mond (staat er in Ps. 51: 17) en geeft Hij je oog voor al Zijn grote daden om Zijn lof te verkondigen.
Want WAT moeten wij dan loven? Deze oudtestamentische Psalm noemt hier ‘Gods machtige daden’ als redenen van lof. Als nieuwtestamentische gelovigen zien wij die machtige daden toch vooral in het sterven en opstaan van Christus en in de werken van Zijn Heilige Geest. Want wat is dat machtig, dat Hij harde harten verzoent en vernieuwt. Wat een macht dat Hij mensenlevens leidt en mensenlevens draagt. Als je dat ziet, dan raak je toch niet uitgezongen over Zijn genade?!
Daarom leert de psalm vervolgens nog HOE wij moeten loven: namelijk met allerlei instrumenten. Zeg maar: met uitbundige blijdschap. Wij hoeven ons niet – gereserveerd – in te houden, door twijfel of schaamte. Ja, dat kan er wel zijn, maar laat dat je lofzang niet hinderen. Wij mogen vrijmoedig zingen van al dat heil, dat God aan mensen schenkt.
Tenslotte vertelt de Psalm ons WAAR wij moeten loven: en dan staat er ‘in zijn heiligdom’ of ‘in Zijn heilige woning’. Zeg maar: in de kerk, in het midden van de gemeente, dat in de eerste plaats. Maar ook (zeker als we daar niet meer kunnen komen) ook op andere plaatsen, gewoon thuis of misschien onderweg. En tegelijk wordt hier verder gekeken: ‘loof Hem niet alleen in Zijn heiligdom, maar óók in Zijn machtig (hemel)gewelf’. Daarmee leert de psalm ons, dat wie – ondanks alles – in Zijn aardse leven de Here blijft loven, dat die Hem ook straks – in de hemel – voor eeuwig zal mogen loven. God zegent onze lofzang dus.
In het laatste Bijbelboek Openbaringen horen we de gelovigen juichen voor Gods troon: ‘Heilig, heilig, heilig is de HERE Almachtig’ (Openb. 4:8). En ze zingen het Lied van het Lam: ‘U bent geslacht en U hebt ons gekocht met Uw bloed’ (Openb. 5:9).
Ja, dat is ons uiteindelijke levensdoel: God loven in Zijn hemelgewelf. En daar hebben wij Hem nog veel meer te loven. Daar loven wij Hem ook om Zijn liefde, die alle tranen droogt. En ook voor Zijn wonderlijke levensleiding, die we dan pas ten volle begrijpen. En ook voor de glans van Zijn majesteit.
Zo houdt onze lofzang voor God dus nooit op.
Maar als dat waar is – en het is waar – zouden we daar dan nú al niet mee beginnen? Ja toch?! En daarom: Zing – over de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Zing – over Gods zegeningen in uw leven. Zing – al is het ook tegen al uw vragen in.
‘Laat alles wat adem heeft de HERE loven!’
amen