Meditatie, Handelingen 8
Hierbij de meditatie die is gehouden op de radio, klik hier voor meer info
Deze meditatie gaat over
Handelingen 8 – Filippus en de Kamerling uit Moorenland (minister uit Ethiopië)
Eerst audio gedeelte daarna de uitgetypte tekst:
HANDELINGEN 8 : 26-38 – Een engel van de Here zei tegen Filippus: ‘Ga naar de verlaten weg van Jeruzalem naar Gaza.’ Filippus deed dat en daar kwam hij een Ethiopiër tegen, een hoge ambtenaar van de koningin van Ethiopië, die haar schatkist beheerde. Hij was in Jeruzalem geweest om God te aanbidden en zat nu op de terugweg op zijn reiswagen de profeet Jesaja te lezen. De Geest zei tegen Filippus: ‘Ga naar die man daar in de wagen.’ Filippus hoorde hem de profeet Jesaja lezen, waarop hij vroeg: ‘Begrijpt u ook wat u leest?’ De Ethiopiër antwoordde: ‘Hoe zou dat kunnen als niemand mij uitleg geeft?’ De Ethiopiër nodigde Filippus uit op de wagen te klimmen en bij hem te komen zitten. Hij vroeg aan Filippus: ‘Kunt u me zeggen over wie de profeet het heeft? Over zichzelf of over een ander?’ Daarop begon Filippus met hem te spreken over het evangelie van Jezus, met deze Schrifttekst als uitgangspunt. Onderweg kwamen ze bij een water en de man: ‘Kijk, water! Waarom zou ik niet gedoopt kunnen worden?’ En Filippus zei: “Als u met heel uw hart gelooft, is het toegestaan.” Hij antwoordde: “Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is.” Hij liet de wagen stilhouden en beiden liepen het water in en Filippus doopte hem. Nadat ze uit het water kwamen greep de Geest van de Here Filippus en nam hem mee en de Ethiopiër zag hem niet meer, maar vervolgde zijn weg vol vreugde.
Beste luisteraar,
Als je minister bent, dan zie je nog eens wat van de wereld! Maar hebt u wel eens gehoord van een minister die op zoek ging naar God? Deze hoge ambtenaar, ook wel genoemd kamerheer of de kamerling uit Morenland, zeg maar minister van financiën van de koningin van Ethiopië, was naar Jeruzalem geweest om God te aanbidden.
In Jeruzalem mocht deze minister niet in de tempel komen, maar wel in een ruimte voor ongelovigen, in de voorhof van de heidenen. Daar kon hij praten met godsdienstonderwijzers en die zullen hem wel verteld hebben over God, die in de hemel woont. En dat die God ook een verbond had gesloten met de Joden. Maar daar kwam hij als niet-Jood, als neger, niet aan te pas. Wellicht hebben ze hem ook verteld dat er een verlosser zou komen voor alle mensen. Maar, zeiden ze, daar wachten we nog altijd op, die is nog steeds niet gekomen.
Die minister was dus niet zoveel verder gekomen met zijn bezoek aan Jeruzalem en hij was nu, wellicht wat teleurgesteld, weer op de terugweg naar huis. Wel had hij in Jeruzalem een boek(rol) gekocht, waar volgens zeggen alles in moest staan over die Redder, die Verlosser, die nog komen zou. Kortom, een minister op zoek naar God. Maar een zoeken dat op een teleurstelling lijkt uit te lopen.
Dan verschijnt Filippus op het toneel. Beter gezegd, dan grijpt God Zelf in, want (staat er): Een engel van de HERE zei tegen Filippus….. Dus door de Heilige Geest krijgt Filippus, discipel van de Here Jezus en nu ambtsdrager in de kerk van Jeruzalem, als het ware een seintje van de HERE. God stuurt hem op weg naar die vreemdeling, die neger uit Ethiopië.
Filippus heeft misschien wel gedacht: wat gek, dat ik daar langs die verlaten weg moet lopen. Want die weg is heel stil en verlaten, lazen we. Maar Filippus gaat.
Dan komt er een wagen aan. Waarschijnlijk ziet Filippus al aan die wagen en aan de kleren van die man, dat hij een heel belangrijk iemand is. En ook hoort Filippus dat de man zit te lezen. In die tijd las men nooit zachtjes, maar iedereen las altijd hardop.
Dichtbij gekomen hoort Filippus wát hij leest en dat herkent hij. Dat is uit de Bijbel, de profetie uit Jesaja 53 over de lijdende knecht van de HERE. Als Filippus dat hoort weet hij meteen waarom God hem hierheen heeft gestuurd. Namelijk om deze man te ontmoeten en hem over de Here Jezus te vertellen. En hij vraagt: Begrijpt u wat u leest?
Nee, de Ethiopiër snapt er helemaal niets van. De minister kan de betekenis van het Woord van God niet begrijpen zonder dat het hem wordt uitgelegd. Want hij vraagt: Over wie heeft de profeet Jesaja het hier, over zichzelf of over iemand anders?
Uit die vraag blijkt wel, dat die man er goed over heeft nagedacht. Want dáár draaide het om. Filippus krijgt nu de kans te vertellen over de Here Jezus! Want over de Here Jezus gaat het in die profetie van Jesaja. Hij is de knecht van de HERE, die geleden heeft voor onze zonden. Daardoor is er redding mogelijk voor mensen die in het geloof met Hem verbonden zijn en die Hem willen volgen in hun leven.
Waarschijnlijk had de minister uit Ethiopië in Jeruzalem al gehoord over de HERE God en dat Hij beloofd had dat er eens een Verlosser zou komen. Filippus kan nu vertellen dat ze niet meer hóeven te wachten. Want de Verlosser ís al gekomen, Jezus, de Zoon van God. Hij heeft Zichzelf opgeofferd aan het kruis voor onze zonden. Hij kan je schuld vergeven en een nieuw mens van je maken.
Zo vertelt Filippus aan die minister alles over de Here Jezus en over zijn verzoenend sterven. Hier heeft hij die lange reis naar Jeruzalem voor gemaakt!
Dan rijden ze langs water. De minister vraagt gedoopt te mogen worden en Filippus reageert positief op de vraag van de minister. In het gesprek zal gebleken zijn (en dat zegt de minister ook), dat hij echt gelooft dat de Here Jezus de Zoon van God is.
En zo gebeurt het. De wagen stopt. De minister gaat helemaal kopje onder in het water. Hij weet nu, wat dat betekent. Water maakt schoon, haalt al het vuil weg. Het vroegere leven, zonder de Here Jezus, is dan voorbij. Al je zonden zijn vergeven.
En dan is het verhaal ook ineens afgelopen. De Heilige Geest die de mannen bij elkaar bracht haalt ze weer uit elkaar als de taak van Filippus is afgelopen.
Dan staat de minister er ineens weer alleen voor. Maar hij heeft door de ontmoeting met Filippus het doel van zijn reis bereikt. Zijn leven is fundamenteel veranderd. Blij en tevreden kan hij zijn weg vervolgen. Het zoeken is voor hem voorbij. Hij heeft Zijn heil gevonden in de Bijbel, bij Christus, doordat iemand hem tekst en uitleg heeft gegeven. Hij is nu ook het eigendom van Christus geworden. De minister reist nu als een blij mens terug naar zijn vaderland.
En reken maar, dat hij aan andere mensen daar in zijn land dit grote nieuws heeft doorgegeven. En dat is ook de boodschap die naar ons toekomt: De doop maakt je tot een dienaar, tot een minister van God!
Bent u daar ook blij mee, zoals die minister uit Ethiopië, en vertelt u anderen daar ook over?
amen