Meditatie Habakuk 3: 17-19
AL ZAL DE VIJGEBOOM NIET BLOEIEN – Habakuk 3 : 17-19
Beste luisteraar,
Wie had een half jaar geleden kunnen indenken dat ons wereldbeeld in zo korte tijd zó zou veranderen als dit jaar is gebeurt? Ook al hoorden we over de dramatische situatie van een ons onbekend virus in andere landen, toch hadden we het gevoel dat dit voor anderen en andere landen was. Maar nee, virussen hebben geen nationaal gevoel en geen grens houdt ze tegen. Voor velen een totale verrassing en vooral een onbekende ervaring.
Hoe kunnen we als christenen deze uitzonderlijke omstandigheden, die we vandaag meemaken, beleven? Onze wetenschappers, zorgverleners en politici doen wat ze kunnen om onze bevolking te helpen, te vrijwaren en te beschermen. En ondanks al die inzet en de vele hulp die geboden is en geboden wordt, houdt dat corona-virus de wereld in zijn greep. Voor veel mensen regeert de angst. Dat kan zijn om besmet te worden en voor de gevolgen daarvan. Maar ook angst voor een economische crisis met alle gevolgen van dien.
In de Bijbel, het woord van God, staat het Bijbelboek Habakuk van een vrij onbekende profeet. Uit zijn Bijbelboek blijkt dat het toen in de tijd waarin hij leefde en werkte een moeilijke tijd was. Er waren invallen van vreemde volken. Er was hongersnood. Daardoor vielen er slachtoffers. Er was geen huis zonder rouw.
Wat die profeet Habakuk ter sprake bracht was zo herkenbaar. Hij beklaagt zich er over bij God en vraagt zich af hoe het kan dat ‘onschuldige mensen’ door zoveel narigheid getroffen worden. En zijn de vragen die deze profeet stelt ook dikwijls niet onze vragen als hij in zijn gebed tot God zegt: HERE, waarom overkomt mij dit? Waarom viel deze mens uit mijn leven weg? Waarom trof deze ziekte mij….. en waarom treft het verdriet mij iedere keer weer? Waarom breekt het werk mij bij de handen af? HERE, ik trek dit niet! Waar leef ik voor? Hoe moet ik verder? Dit gaat me niet lukken! En dan eindigt Habakuk dat gedeelte met een gebed. Bóven zijn klacht en verdriet uit, grijpt hij zich vast aan het bestaan van God. Een God die er is en die er zal zijn. Dát weet hij zeker. Het brengt hem tot een belijdenis. En dat staat in Habakuk 3:17-19. Habakuk zegt daar:
Al zal de vijgenboom niet bloeien, Al zal de wijnstok niets voortbrengen,
Al zal de oogst van de olijfboom tegenvallen, Al zal er geen koren op de akkers staan,
Al zal er geen schaap meer in de kooien zijn en geen rund meer binnen de omheining
EN TOCH…….‘zal ik juichen voor de HERE, jubelen voor de God die mij redt’.
Want…… en dat weet Habakuk zeker: God de HERE is mijn kracht, Hij laat mij over mijn bergen gaan (bergen van zorg, verdriet, gemis, en rouw).
Hier spreekt het EN TOCH van het geloof (in oudere vertalingen staat NOCHTANS, dus wordt gesproken over het NOCHTANS van het geloof).
Er zijn mensen die deze woorden EN TOCH of NOCHTANS letterlijk op de gevel van hun huis hebben gezet. Dat was naar aanleiding van een preek over Habakuk die ze zondags hadden gehoord in de kerk. Hun leven was een puinhoop. Maar op maandagmorgen hadden ze bij de timmerman een mooi stuk hout opgehaald en met hun eigen hand schilderden ze daar de woorden EN TOCH op. Ze wilden zich niet langer laten beheersen, laten intimideren door wat er was gebeurd, wat hen was overkomen. Iedereen mocht en moest dat weten.
We hebben het Pinksterfeest al weer achter ons. Voor veel mensen is dat een onbekend feest…. ze hebben er niet veel mee, ze kunnen er niet veel mee. Vroeger gingen ze die dagen naar de camping om de tent uit te proberen voor het nieuwe seizoen of naar een tuincentrum om iets vrolijks uit te zoeken voor binnen of buiten. Toch is Pinksteren een heel belangrijk feest. Het brengt God dichtbij. Het brengt God binnen in ons. Dat helpt bij het omgaan met onze zorgen en problemen. Pinksteren maakt duidelijk, dat er kracht van boven is gekomen voor mensen hier beneden. Kracht in onze zwakheid. Kracht in ons verdriet. Kracht in ons lijden. Kracht in ons gemis. De Heilige Geest is gekomen, dat is: God in actie!
Het geeft aan: God is onze kracht; dát wil Hij zijn. En dat bedoelt Habakuk hier ook.
Dus als wij onze vragen hebben, we er verschrikkelijk aan toe zijn, het verdriet ons in z’n greep probeert te krijgen, als alles tegen zit en ik vandaag niet weet hoe ik morgen verder moet…. Laten wij dan ons leven bepalen door wat ons overkomt?
Dan zegt Habakuk: We hoeven het niet allemaal in eigen kracht te doen. Er is een Helper, groot in kracht en steeds bereid. Dát mogen we weten en daaraan willen we elkaar graag herinneren. We kunnen geen van allen voorkomen dat er zorgen op ons levenspad komen. Maar je hebt wel sturing over ‘hoe je er mee om gaat’.
Doe ik het zelf? Een zware en vaak ondragelijke last. Laat ik de gebeurtenissen ‘allesbepalend’ zijn? Of wil ik hulp accepteren? Kan ik misschien zelfs wel hulp geven?
Luister naar de profeet Habakuk die je vanuit eigen ervaring en nu dus vanuit Gods Woord adviseert om kracht bij God te zoeken. Dáár moet je zijn!
Laten wij in moeilijke tijden niet bij de pakken gaan neerzitten, maar als het enigszins kan zoveel mogelijk proberen mensen te ondersteunen die het moeilijk hebben, mensen die hard moeten werken in risicovolle omstandigheden. Hun dienstbaarheid is een vorm van gebed, zei laatst iemand en daarbij riep hij op om elke dag elkaar (thuisblijvers en dienstverleners) de Here op te dragen in ons gebed. Want als christelijke gemeenschap zijn we solidair. We zijn gewoon medeburgers met alle anderen. En in geen enkele situatie is God afwezig.
Beste luisteraar. Ik ken u niet, ook niet uw zorg, verdriet of angst.
Ik ken wel de God waarover Habakuk spreekt en die God gun ik u!
U kunt blijven staren op wat u is overkomen. U kunt ook een uitgestoken Hand van God pakken.
Wie dat doet, adviseer ik: neem een plank en zet er op EN TOCH of NOCHTANS en hang die plank met die tekst voor iedereen zichtbaar aan de gevel van uw levenshuis.
Amen