Meditatie

Meditatie- Genezing verlamde man (Hand. 3: 1-16)

Beste Lezer,
Deze meditatie gaat over de genezing van een verlamde man en dat staat in het Bijbelboek Handelingen hoofdstuk 3. Het is de tijd vlak na het Pinksterfeest wanneer dit verhaal zich afspeelt. De tijd ook van de eerste christelijke gemeente in Jeruzalem. Met Pinksteren is de Heilige Geest uitgestort en dat wordt op allerlei manieren merkbaar. Hier wordt ons verteld dat een verlamde man genezen wordt en dat de apostel Petrus daarna verkondigt, dat Jezus de Messias is.

Petrus en Johannes gaan naar de tempel voor het dagelijkse middaggebed. Zij komen bij de Schone Poort en daar zit een man die al ruim 40 jaar verlamd is (4:22). Hij zit of ligt daar te bedelen. Elke dag werd hij bij die poort van de tempel neergelegd.

Wij zouden zeggen: Een mooi plekje om te bedelen bij de bezoekers van de tempel. Maar elke dag hetzelfde ritme en geen perspectief op verandering. Leven van de hulp van anderen. Hij hoorde helemaal bij die Schone Poort. Hij zat er al jaren. Iedereen vond het normaal dat hij niet kon lopen. Die man krijgt hier ook geen naam, maar was wel zeer bekend onder het volk, vandaar dat zijn genezing later zo’n impact heeft.

Dan ziet die bedelaar (staat in vers 3) dat Petrus en Johannes de tempel wilden binnengaan en hij vraagt hen om een aalmoes. Petrus richtte zijn blik op hem, evenals Johannes, en zei: ‘Kijk ons aan.’ De bedelaar keek naar hen op, in de verwachting iets van hen te krijgen. Maar Petrus zegt dan: ‘Geld heb ik niet, maar wat ik wel heb, geef ik u: in de naam van Jezus Christus van Nazaret, sta op en loop.’

Het is Pinksteren geweest en vervuld van Gods Geest voelen Petrus en Johannes de hopeloze ellende van die bedelaar. Je gaat dan anders kijken, nl. met de ogen van je Heer en Heiland. Je wordt gevoelig voor de nood en de ellende in je omgeving. En de mensen om je heen gaan het merken dat je echt contact zoekt.

Dat is hier ook bij Petrus en Johannes het geval. Dat die bedelaar daar zat, was niet nieuw en dat zij daar liepen was ook niet nieuw, dat deden ze dagelijks. Maar, je zou er zo overheen lezen, tot drie keer toe worden hier de woorden ‘kijken’ of ‘zien’ gebruikt. Deze wonderlijke genezing begint er mee dat Petrus en Johannes bewust kijken naar die arme bedelaar. Ze zeggen: Kijk eens naar ons. En misschien denkt die man wel: Zo extra aandacht, dat belooft wat… Vast een beste gift.

Maar Petrus en Johannes komen zo zeer nadrukkelijk het leven van deze verlamde man binnen. Er wordt contact gemaakt. Ze kijken elkaar aan. Heeft Petrus aangevoeld dat de Geest iets bijzonders wilde gaan doen en ontving hij op dat moment een bijzonder geloof? De man vraagt om een aalmoes: de hoop op genezing had hij blijkbaar al opgegeven. Maar dan zegt Petrus tegen hem: zilver en goud (materiële rijkdom) heb ik niet, maar wat ik heb, dat geef ik u: in de naam van Jezus Christus, de Nazarener, sta op en ga lopen.

Dan gebeurt er een groot wonder. Petrus pakt de man beet, hij staat op en het volgende moment springt hij van vreugde op en looft en prijst God. De kracht van de opgestane Heiland komt heerlijk openbaar.

Het valt ook anderen op wat hier gebeurt. Alle tempelbezoekers zagen die man lopen en hoorden hem God loven. Ze herkenden hem als de bedelaar die altijd bij de tempelpoort had gezeten en waren buiten zichzelf van verbazing over wat er met hem was gebeurd. En als er dan een grote menigte op af komt, dan zegt Petrus: waarom bent u zo verbaasd en waarom staart u ons aan? Alsof het aan onze eigen kracht of vroomheid te danken is dat deze man weer kan lopen. En dan gaat Petrus verkondigen dat die verlamde man door de kracht van Jezus is opgestaan. Het komt door de Naam van Jezus door u verstoten en door u gedood. Maar God heeft Hem uit de dood doen opstaan en daarvan getuigen wij. Door het geloof in Zijn Naam is het dat deze man, die u hier voor u ziet en die u kent, kan lopen. Het geloof dat Jezus schenkt heeft hem gezond gemaakt.

En dan gaat Petrus verder met te verkondigen dat Jezus de beloofde Messias is en hij roept de mensen op om in Jezus te geloven.

We zijn misschien geneigd onze aandacht vooral te richten op het feit dat die man pas op z’n 40e jaar weer kan lopen. En dat is ook heel bijzonder: lopend en lovend springt hij rond in de tempel. Hij is ‘spring-levend’ geworden: zijn leven begint bij zijn veertigste! Maar wat hier ook heel bijzonder is, is de passie voor God en het geloof in God dat begint te stromen bij de genezen man.

Misschien hebt u er zelf mee te maken of kent u iemand in uw eigen omgeving met een handicap of chronische of psychische ziekte met weinig uitzicht op verbetering. Word je door zo’n verhaal bemoedigd of word je er alleen maar verdrietiger van? Waarom wordt deze man wel genezen en een ander niet?

Het is de levenskracht van de opgestane Heer die zichtbaar wordt. Een voorbode van het rijk dat komt. Een groots teken: verlamd en dan opeens huppelend de tempel in. Misschien voor ons wel te groot. En toch, dat gebaar, die uitgestoken hand van Petrus. Zo van: Kom, ik help je overeind. Met alle wonderkracht hier aanwezig is dit een ontroerend gebaar. Letterlijk en figuurlijk: Even een handje helpen.

We leven van de hoop op Gods Koninkrijk, waarin het leven onvoorstelbaar goed zal zijn. Er zijn momenten dat God die hoop wil voeden met de grootste wonderen. Maar meestal zit het in kleine gebaren.

Hoe kan het dat de verlamde bedelaar weer loopt? Ja, dit wonder is ook een teken voor Israël waardoor het evangelie kan worden verkondigd met woorden. Evenals op de Pinksterdag gaat Petrus weer preken en legt hij uit hoe dit kan gebeuren. ‘Het komt door Zijn Naam’, zegt Petrus (3:16)!  Het heeft niets te maken met de kracht of de vroomheid van Petrus en Johannes zelf. Het is de helende kracht van Gods Zoon die hier zichtbaar wordt.

En zó gebruikt de Geest dit wonder om ons te wijzen op de kracht van Jezus’ Naam.

Want, zegt Petrus: ‘Ons behoud is in niemand anders dan in Hem, want Zijn Naam is de enige op aarde die de mens redding biedt.’

Zeggen wij hem dat na?
Amen