Meditatie – Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben.
Onderstaande meditatie is ingesproken bij Omroep Wetering voor uitzending bij de lokale omroepen van Vlaardingen en Schiedam,
steeds de 4e zondag van de maand.
Beste luisteraar,
Boven deze meditatie heb ik staan: Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben.
Ik lees u enkele verzen uit het Bijbelboek Mattheüs (Mattheüs 6:7-11): Als u bidt, gebruik dan
geen omhaal van woorden zoals de heidenen, want zij denken dat zij door de veelheid van hun
woorden verhoord zullen worden. Word dan aan hen niet gelijk, want uw Vader weet wat u
nodig hebt, voordat u tot Hem bidt. Bidt u dan zo: Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw
Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de
aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood.
Beste luisteraar,
Ook een vorige keer hebben we in de meditatie stil gestaan bij ons bidden toen de discipelen
Jezus vroegen (het staat in Lucas 11): Heer, leer ons bidden. Deze keer extra aandacht voor de
bede om ons dagelijks brood, het brood dat wij nodig hebben.
Beste luisteraar,
Wij leven in een welvarend land en dan komt de vraag op of dit gebed, deze bede voor het
dagelijkse brood nog wel nodig is? Je hoeft dat toch niet meer te bidden, zeker niet elke dag.
Want dat dagelijks brood hebben we toch?
En waarom vragen we alleen om brood? Er staat toch meestal veel meer op tafel als we voor
het eten bidden?
Uitgangspunt moet zijn dat we geloven dat er een God is. Hij heeft alles gemaakt. Hij zorgt
elke dag voor ons. Dat geldt ook wanneer we voor andere dingen bidden of vooruit kijken of
met elkaar plannen maken.
Als we dat doen, plannen maken voor de toekomst, dan is daar de valkuil te denken en te
doen alsof we alles in eigen hand hebben. Maar zo zeker is dat niet. Wij hebben de toekomst
niet in onze hand. We horen bij de dag te leven. En daarbij dat God dan zorgt voor ons eten en
drinken.
Als je naar de buitenkant van onze westerse samenleving kijkt, dan lijkt het in veel gevallen
alsof het erg goed gaat, ondanks duurdere prijzen en niet altijd geziene armoede.
Thuis staat er een vriezer met een voorraad eten. We wonen in een huis met een dak boven
ons hoofd en dikwijls met een auto voor de deur of in de garage. Daarnaast een mooie
vakantie met alles er op en er aan. En ook in onze bedrijven lijkt alles op rolletjes te lopen: net
of het niet stuk kan.
En ondanks die tekenen van welvaart moeten we er toch aan blijven denken dat we geen dag
zonder God kunnen. Als Hij ons niet verzorgt, dan komt het niet goed. We kunnen ziek worden
of erger. Daarom bidden we ook voor het brood van vandaag.
Als God geen koren laat groeien op het land, dan is er geen meel om brood van te bakken.
Daarom leren we uit Gods Woord, de Bijbel (Psalm 104) dat God zijn hand open moet doen.
Uit die hand komt het eten voor mens en dier. Dus daarom die bede om ons dagelijks brood.
Daarnaast (als we daar de gezondheid voor gekregen hebben) is het ook volkomen Bijbels om
elke dag te werken. Al aan het begin van de Bijbel (Genesis 1:28) gaf God de mens opdracht:
Bevolk de aarde en breng haar onder je gezag. Heers over de vogels, de vissen en alle dieren
op aarde. En die opdracht is nooit teruggenomen. God gebruikt ons werk. Wij hoeven alleen
maar trouw en ijverig te zijn op onze eigen plek.
De Bijbel laat ons Gods hand zien. Als die opengaat is er te eten en te drinken voor mens en
dier. Daarom bidden we: gééf ons het brood voor vandaag. Gééf… Here God, doe uw hand
open. Als die hand dicht blijft, moet ik honger lijden. Ik kan wel hard werken, maar ík kan geen
graan laten groeien op het land. Regen en zon op tijd geven…, daar gaan wij niet over (zelfs
weermannen niet..)! Dat kan alleen God doen. Hij heeft ervoor gezorgd dat de tafel zo royaal
gedekt kan worden. En dan vouwen wij vóór we gaan eten onze handen en zeggen tegen God:
ik ben blij met wat U doet, hoe U voor ons zorgt.
Maar waarom vragen we dan alleen maar om brood? Zeker als je let op wat er op tafel staat.
Veel meer dan brood. Is bidden om brood dan niet wat te bescheiden?
Dat klopt. In veel gevallen leven we in luxe met meer dan brood alleen. Het zou best wat
minder kunnen. Als Jezus ons in het ‘Onze Vader’ leert te bidden om het dagelijks brood,
oftewel brood dat wij nodig hebben, dan lijkt dat maar weinig. Het is heel bescheiden! Maar
de Here leert ons om met weinig tevreden te zijn. Hij zegt eigenlijk: je moet elke dag bidden
om net zoveel, dat je de dag door kunt komen en geen honger hoeft te hebben. En sterk
genoeg bent om je werk te kunnen doen. Hij leert ons niet bidden voor weelde en luxe. Jezus
leert ons heel bescheiden te zijn. God kán je wel meer geven dan brood. Maar dat is dan extra.
Er staat dikwijls veel op tafel wat je zou kunnen missen. Maar Hij wil ons vandaag met meer
verwennen dan waar we om vragen. Zo goed is God. God is niet krenterig.
Dat moet ons blij en dankbaar maken. Wat zorgt God goed voor ons!
Iemand was eens een poos ernstig ziek geweest en voor het eerst zat hij weer aan tafel, at hij
een boterham. En zijn vrouw vroeg hem: ‘Hoe smaakt het?’ Die man zei: deze boterham
smaakt naar genade.
Je boterham of die nu belegd is of niet, daar proef je Gods liefde in. En dat geldt ook voor alles
wat je krijgt, wat God geeft.
David mocht het ons voorhouden in Psalm 4: Als velen zeggen, wie zal ons het goede doen
zien? Wie maakt ons gelukkig? Dan bidt David: Here, laat het licht van uw gelaat over ons
schijnen. En dan belijdt David, terug kijkend op zijn eigen leven: U hebt mij in mijn hart meer
vreugde gegeven dan met koren en wijn. Zelfs al zouden koren en wijn wegvallen en de band
met God blijft bewaard, dan nog ben je innerlijk rijk.
Zet daarom uw hart niet op aardse schatten, maar op uw schat in de hemel. Laat dáár uw hart
zijn. Dat geeft een blijdschap die dieper gaat dan het genieten van al het goede hier op aarde.
Amen