Door Jezus Woord is ons leven geborgen bij God (Lukas 8:22-30)
Lukas 8:22-30 – Jezus ging met Zijn discipelen aan boord van een schip om naar de overkant
van het meer te varen. En toen viel Hij in slaap. En er viel een stormwind neer op het meer, en
hun schip liep vol water en zij waren in nood. Zij gingen naar Hem toe, wekten Hem en zeiden:
Meester, wij vergaan! Toen stond Hij op en bestrafte de wind en de golven. En de wind en de
golven gingen liggen en er kwam stilte. Jezus zei tegen hen: Waar is uw geloof? Maar zij waren
bevreesd en verwonderden zich, en zij zeiden tegen elkaar: Wie is Deze toch, dat Hij ook de
winden en het water bevel geeft en ze Hem gehoorzaam zijn?
En zij voeren verder naar het land van de Gadarenen, dat tegenover Galilea ligt. Toen Jezus
aan land ging, kwam een man, die al lange tijd door demonen bezeten was Hem tegemoet. Hij
verbleef in grafspelonken. Toen hij Jezus zag, schreeuwde hij met luide stem: Wat heb ik met
U te maken, Jezus, Zoon van God, de Allerhoogste? Ik bid U dat U mij niet pijnigt. Want Jezus
had de onreine geest bevolen van de man uit te gaan. Jezus vroeg hem: Wat is uw naam? De
man zei: Legio; want er waren veel demonen in hem.
In het gelezen Bijbelverhaal zagen we dat het water over het schip slaat en Jezus slaapt.
Het is crisis en Hij sláápt. En in opperste vertwijfeling roepen zijn discipelen: “Here red ons,
kan het U niet schelen dat wij vergaan?”
Een zware stormwind. Een toevallig natuurverschijnsel, zouden we zeggen. Maar deze storm is
meer dan dat. In Marcus 4 staat dat Jezus bestraffend tegen het water en de wind zegt: ‘Zwijg,
wees stil!’; En de wind ging liggen en het meer kwam helemaal tot rust”.
“Kwam tot rust”, alsof het opeens bezeten was, woedend werd. In opstand kwam. En dat is
hier ook aan de orde. Alle machten van de zee, ja de boze zelf komt in verweer tegen Jezus.
Jezus mag niet aan de overkant komen.
Want daar in het land van de Gadarenen, waar geen Jood zou komen, daar wacht iemand op
Hem. Een bezetene gedreven door krachten sterker dan hemzelf. Opgejaagd en onrustig,
gekweld door duizend stemmen.
Het beeld van een wereld die haar ankers kwijt is. Maar ook voor hem, voor die ene
gebondene, in de macht van de duivel, gaat Jezus door de storm. Bij hem zet Jezus voet aan
wal. Hij komt tot rust als de zee en wordt volkomen stil. Jezus alleen kan die shalom, die vrede
geven. Bevrijding van geesten en goden die ons willen beheersen.
Dit Bijbelverhaal wordt geschreven in een tijd dat de gemeente vervolgd wordt. Het schip van
de kerk is dan in hevige storm. En Jezus geeft in dit verhaal een belofte. De dag komt, dat Hij
zal opstaan en de zee zal bedaren. Tot die tijd bevinden kerk én wereld zich in de storm. Jezus
verbaast zich over de paniek van de leerlingen. Zij keken naar het water en de storm en de
golven, maar niet naar Hem. Ze beseften niet wie ze aan boord hadden. Hij richt hun ogen op
Hem zelf. En dat verandert alles. Vrees verandert in vreze: wie is Hij toch? Twijfel slaat om in
aanbidding.
Ja, onze gezondheid is kwetsbaar; onze relaties zijn breekbaar; wat kunnen we opzien tegen
bepaalde dingen in ons leven. U en ik: we zijn als het er op aankomt maar kleine bange
mensjes. Toch wil Jezus ons laten zien dat wij, als we in Hem geloven, bevoorrechte mensen
zijn en ons leven in Zijn hand veilig is.
In Mattheüs 28 slot staat dat Jezus vlak voor zijn Hemelvaart tegen zijn volgelingen zegt: Ik ben
met jullie, elke dag tot aan het einde van deze wereld. Ja, Hij zorgt voor ons elke dag!
En ook David mocht het ons voorhouden in Psalm 4: Als velen zeggen, wie zal ons het goede
doen zien? Wie maakt ons gelukkig? Dan bidt David: HERE, laat het licht van uw gelaat over
ons schijnen.
Als we op de kalender kijken dan is het vakantietijd. En of we nu op vakantie gaan of thuis
blijven (aan huis gebonden zijn), denk dan aan deze psalm van David en zie daarin de belofte
van uw Here dat u zeker mag zijn van Gods trouw.
Zet daarom uw hart niet op aardse schatten, maar op uw schat in de hemel. Laat dáár uw hart
zijn. Dan bent u veilig. Die veiligheid geeft een blijdschap die dieper gaat dan het genieten van
al het goede hier op aarde.
Laat dat ons rust geven, zodat we of we nu op vakantie gaan of gewoon thuis zijn de nabijheid
en de rust in de HERE mogen ervaren. Ontspannen als een kind dat beseft: mijn Vader in de
hemel is er elke dag en Hij waakt. Bij Hem ben ik veilig.
Zoals onze kinderen het nu leren zingen: Je hoeft niet bang te zijn, al gaat de storm te keer, leg
maar gewoon je hand, in die van onze Heer.
Dan zeggen we het David na, met de woorden van Psalm 4:
“Ter ruste kan ik mij begeven, in vrede slapen want mijn leven zal HEER bij U geborgen zijn”;
Amen