Leesrooster

5/7 Handelingen slot – Pinksteren + slot Paulus reizen

vrijdag 14 juni 2019

EFEZIERS 5 : 18-20

Laat de Geest u vervullen en zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft. Zing en jubel met heel uw ​hart​ voor de ​Here​ en dank God, die uw Vader is, altijd voor alles in de naam van onze ​Here​ ​Jezus​ ​Christus.

Sinds Pinksteren ís de Geest er. Hij vervult de kerk steeds weer. Als gelovigen het nodig hebben en er om bidden, dan worden ze weer vervuld. Want zonder de Geest kunnen we niets. Paulus beseft dat en geeft de opdracht: ‘wordt vervuld met de Geest’ (Ef. 5:18). Het bijzondere hiervan is, dat direct na die oproep van Paulus volgt: ‘en zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft’.

Een valkuil van de hedendaagse liedcultuur is, ook in de kerk, dat liederen dikwijls klakkeloos of op het eerste gehoor gebruikt worden ‘omdat de Geest die zou ingeven….’ Wat hebben we juist met Pinksteren geleerd, uit de toespraak van Petrus? Dat we steeds terug moeten naar de Bijbel, naar het Woord, want de Geest is niet los verkrijgbaar. Hij is immers de Geest van het Woord?! Daar begon het mee op de Pinksterdag en daar gaat het ook vandaag nog om.

Daarom noemt onze tekst, na de oproep je met de Geest te vervullen, eerst de Psalmen. Psalmen zijn immers dé liederen van het verbond! Daarover zingt het volk van God als mensen die samen in het verbond met de Here zijn opgenomen. Die aan elkaar verbonden zijn en samen aan Christus. De Here zegt immers zelf dat de psalmen over Hem gaan (van Hem getuigen, zie bijv. Luk. 24:44 en Joh. 5:39)? Dan is er alle reden om psalmen te blijven zingen en daar een ruime plaats voor in te blijven ruimen.

En dan die genoemde hymnen en liederen? Dat hoeft geen bezwaar te zijn als we de Geest (als de Geest van het Woord) maar aan het woord laten. Dan zullen we wel onze tijd en cultuur moeten kennen en alert dienen te zijn met het gebruik van liederen waarin de mens met zijn vroomheid in het middelpunt staat of remonstrantse invloeden zichtbaar worden. Dus nieuwe liederen zullen een verrijking van de eredienst moeten zijn. Want een eredienst is toch tot eer van God?!